Foto: ©Kees Boelhouwer, kbfoto.nl, artikel met dank aan hockey.nl
Met dertien doelpunten uit twaalf wedstrijden is Indra Aerts de huidige topscorer uit de Promotieklasse. De spits aast met zijn ploeg op een terugkeer naar het hoogste niveau. ‘Maar als ik moet kiezen tussen dobberen in de middenmoot van de Hoofdklasse of hockeyen met vrienden in de Promotieklasse, dan kies ik voor het laatste.
’Vier goals maakte Aerts afgelopen zondag maar liefst in de met 7-4 gewonnen wedstrijd tegen Push. Een mooiere herstart van de competitie, na een flitsende teamtrip naar Los Angeles, was bijna niet denkbaar voor de Amsterdammer. Drie velddoelpunten en één strafbal schreef Aerts achter zijn naam.
De aanvaller zelf is er nuchter onder. ‘Ik ben doelgericht. Probeer vanaf iedere plek in de cirkel te scoren. Mijn goals zijn daarom echt niet allemaal mooie schoten. En dat maakt mij ook niet uit. Als we maar doelpunten maken en winnen. Met die topscorerslijst ben ik ook totaal niet bezig. Hoeveel heb ik er gemaakt?’
Beste vrienden
Aerts (21) speelde zijn hele jeugd op Hurley. Alleen voor het allerlaatste jaar koos hij voor een uitstapje naar de buren van Pinoké. ‘Het niveauverschil tussen Hurley en Pinoké was toen aanzienlijk. Ik had wel een aantal keer meegedaan met onze Heren 1, maar voor een overstap was ik nog niet klaar. Zeker achteraf ben ik blij met mijn besluit. Ik hoor veel om mij heen dat spelers jeugdhockey leuker vonden dan de senioren. Samen met je vrienden op het veld ergens voor strijden. Dat is toch het ultieme.’
Bij Pinoké belandde Aerts in een sterke lichting, met onder meer Miles Bukkens (inmiddels gedebuteerd in Oranje), Joppe Stappenbelt (vorig jaar nog landskampioen met Heren 1), Diederick van Berckel (Laren) en Bob Cleophas (Gooische). De ploeg speelde Landelijk en werd landskampioen in de zaal.
‘De coaches wisten van een groep hockeyers vrienden te maken en andersom. Technisch en tactisch zetten ze het goed neer, maar plezier maken was óók belangrijk. Hockeyend heb ik er veel geleerd, maar vooral zijn mijn teamgenoten van toen mijn beste vrienden geworden. Het plotselinge overlijden van onze ploeggenoot Matthijs Everard een jaar later heeft die band alleen maar versterkt, al speelden we op dat moment niet meer met elkaar. Nog steeds zien we elkaar maandelijks.’
Ik vraag mij af in hoeverre ik een eerlijke kans heb gekregen
Indra Aerts Ondanks zijn positieve ervaringen bij Pinoké keerde Aerts na één jaar terug op het oude nest. ‘Uiteindelijk schoven alleen Miles en Joppe door naar het eerste. Gelukkig was ik weer welkom bij Hurley. Het waren onrustige jaren door corona. Het eerste jaar speelde ik weinig en werd het seizoen ook nog eens abrupt afgebroken. We speelden Hoofdklasse en stonden laatste, maar handhaafden ons toch. Het tweede jaar degradeerden we alsnog.’
‘Wel kwam ik aan meer spelen toe. Dat kwam ook door een positiewisseling. Ik stond in de jeugd altijd achterin. Maar in de senioren krijg je met grote en sterke aanvallers te maken. Als spits kon ik beter uit de voeten met mijn snelheid, techniek en vrijere rol.’
Dat bleek een succes. Hoewel Hurley roemloos degradeerde, scoorde Aerts als kersverse spits tien keer. Even speelde hij met de gedachte opnieuw te vertrekken. In de jeugd had hij al eens in Nederlands Onder 16 gespeeld. Volgens zijn coach bij Hurley destijds, Reinoud Wolff, lonkte Jong Oranje voor hem en zijn teamgenoot Hjalmar Voskuil. ‘Reinoud had ons aangedragen, maar daar is nooit op ingegaan. Ergens vond ik dat vreemd. Ik werd niet eens uitgenodigd. Ik vroeg mij af waar dat aan lag. Aan hoe presteerde of omdat ik bij een kleinere club als Hurley speel?’
Aerts heeft er zo zijn gedachten over. ‘Ik vraag mij af in hoeverre ik een eerlijke kans heb gekregen. Daarbij vond ik mijn tijd in Nederlands Onder 16 niet per se de leukste. Het kostte mij veel stress en tijd. Je speelt wedstrijden voor je land, maar je krijgt er in mijn ogen verder weinig voor terug.’
‘Waar doe ik het voor?’
Het is geen constatering waar hij nu nog mee zit. ‘De laatste jaren realiseer ik mij steeds meer hoe belangrijk het is om met plezier op het veld te staan. Serieus te trainen en alles op alles te zetten om te presteren, maar óók om dat te doen met vrienden. Zeker in de herfst en de winter fiets je vaak in de regen naar de training. Waar doe ik het eigenlijk voor? Dat denk ik dan wel eens. Als je dan terugdenkt aan herinneringen die je met elkaar hebt gemaakt, zoals onze trip naar Los Angeles, weet je het weer. Het draait om het totaalplaatje.’
Met Hurley is Aerts nog volop in de race voor promotie. De ploeg van coach Enzo Torossi staat nu vierde, met vier punten achterstand op koploper Victoria. Zondag wacht SCHC, dat derde staat met maar twee punten meer.
‘Dit soort wedstrijden moet je winnen als je eerste wilt worden. Daar gaan we dus volledig voor. Uiteindelijk is promoveren onze ambitie, of we dat nu rechtstreeks doen of via de play-offs. De kans dat ik bij Hurley vertrek als dat niet lukt, is klein. Natuurlijk speel ik het liefst Hoofdklasse, maar niet ten koste van alles. Als ik moet kiezen tussen dobberen in de middenmoot van de Hoofdklasse bij een club waarvoor ik veel moet reizen of hockeyen met vrienden in de Promotieklasse, dan kies ik voor het laatste.’